Spiegelen en sponzen

Spiegelen en sponzen
‘Sponzen’ en ‘Spiegelen’ zijn twee verschillende manieren om met iemand met psychische problemen om te gaan. Het zijn gedragspatronen die elkaar aanvullen. Tegelijkertijd is het ook een valkuil waarbij de een afhankelijk wordt om een ander een plezier te doen.

Sponzen
Als je sponst, wil je vooral graag voor de ander zorgen, hem helpen en voorkomen dat de ander in de problemen raakt (‘redden’). Het belang van de ander staat voorop. Ook als dat ingaat tegen je eigen belang. Sponzen wordt gevoed door emoties als liefde, medelijden, angst en schuldgevoel.

Iemand die zich vooral als een spons gedraagt:

  • Staat altijd klaar voor de ander.
  • Wil zoveel mogelijk moeilijkheden voor de ander voorkomen.
  • Vindt het vervelend om de ander te zien lijden,
  • Wil graag alles oplossen en reageert daardoor vaak overdreven.
  • Denkt, voelt en handelt voor de ander.
  • Accepteert het gedrag van degene met psychische problemen, ook als dat onterecht is.
  • Voelt zich verantwoordelijk voor het gedrag van de ander en haalt hem zo nodig uit de nesten.
  • Gaat mee in de emotie van de ander.
  • Is geneigd zijn of haar leven aan te passen aan de ander.
  • Geeft geen grenzen aan, en als hij dit al doet, dan worden de grenzen niet gehandhaafd.
  • Laat zich vaak en makkelijk claimen.

Als iemand te veel sponst, dan lopen ze het gevaar te ver te gaan in het zorgen voor de ander. Door te veel te willen redden, leert de ander niet om verantwoordelijk te zijn voor het eigen gedrag en ook niet dat het huidig gedrag juist gevoed wordt door hem of haar. Te veel sponzen heeft ook nadelen voor iemand die sponst. Deze gaat al snel over de eigen grenzen. Waardoor er een groter risico is op overbelasting.

Spiegelen
Als je spiegelt, ben je eerder geneigd om tegen de ander te zeggen dat hij de problemen die hij veroorzaakt zelf moet oplossen. Je laat de verantwoordelijkheid bij de ander. Dit betekent niet, dat mensen die spiegelen zeggen: ‘je redt je maar’. Ze zeggen in feite: ’ik voel me bij je betrokken, ik hou van je, maar je bent zelf verantwoordelijk voor je daden en de gevolgen.

Iemand die zich als een spiegel gedraagt:

  • Weet waar de eigen grenzen liggen.
  • Geeft deze grenzen duidelijk aan en bewaakt deze.
  • Geeft aan waarom die grenzen belangrijk zijn.
  • Laat zich niet meeslepen door emoties van de ander. (oh wat zielig)
  • Houdt afstand.
  • Geeft vaker advies op ongewenst gedrag.

Mensen die spiegelen zijn vaak consequent en duidelijk in het contact met anderen, waardoor ze structuur bieden en voorspelbaar zijn. In eerste instantie kan iemand die spiegelt koud en onverschillig overkomen. Anderen kunnen zich door hem of haar afgewezen voelen.

Beter spiegelen dan sponzen?
Sponzen is op zich niet fout of verkeerd. Er zijn situaties waarin je zelfs de regie moet overnemen en iemand moet proberen te ‘redden’. Bijvoorbeeld in een crisis. Maar over het algemeen hebben naasten vaak de neiging te veel te sponzen en zou het beter zijn als ze wat meer spiegelen.

Het belangrijkste verschil tussen de redder (de spons) en de grensrechter (de spiegel) is dat de laatste gezonder blijft. Je raakt niet overvoerd met alles wat er gebeurt, de stress loopt minder hoog op. Het steviger in je schoenen staan heeft ook voordelen voor de ander. Door duidelijker grenzen te trekken, stimuleer je de ander tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Je laat dan ook merken dat je iemand voor vol aanziet. Op den duur zullen hierdoor het gevoel van eigenwaarde en geloof in het eigen kunnen toenemen. Zie ook de Drama driehoek