Vrijwilliger in een ziekenhuis
Ondersteuning in een ziekenhuis of polikliniek
Een vrijwilligers kan in een ziekenhuis veel betekenen voor de patiënten en de staf b.v.
- Patiënten op weg helpen.
- Bloemen en lectuur verzorgen.
- Post bij patiënten bezorgen.
- Koffie en thee schenken.
- Het geven van hand en voetmassages.
- Helpen bij activiteiten.
- Opvang bij afdeling oncologie.
- Gasten informeren bij het Taalpunt.
In tegenstelling tot een inloophuis is de cultuur in een ziekenhuis anders. In een ziekenhuis werken gewoonlijk veel mensen met verschillende verantwoording. Het is belangrijk dat een vrijwilliger weet wat hun rol is en waar de grenzen liggen. Voor de vrijwilligers gelden ook regels en die regels verschillen ook nog eens per ziekenhuis.
Omgaan met de artsen en verpleegkundigen.
Gelukkig zijn de moderne artsen niet meer als vroeger en waarderen ze het werk van de vrijwilliger beter dan vroeger. Was de chirurg eerst nog ‘onze lieve heer’ nu staan ze open voor een praatje. De gastvrouw gaat respectvol met iedereen om en mag dat ook terug verwachten.
Wanneer moet je wat melden
Als iets in vertrouwen vertelt wordt, dan vertel je het NIET verder.
Anders is het, als je iets signaleert wat aandacht verdiend. Geef het dan door aan de hoofd van de afdeling of aan de verpleegkundige. Vaak durven patiënten niet alles te vragen, maar vertellen ze het wel aan de gastvrouw.
Een goede introductie is het halve werk.
Het is belangrijk dat je goed wordt ingewerkt. Wat wordt er van je verwacht?
Vriendelijkheid is nummer 1
Je wordt als eerste beoordeeld op je gedrag. Als dit open, vriendelijke en gastvrij is, dan maak je al een goede start. Stel jezelf in de plaats van de ander en hoe je behandeld zou willen worden?
Een gesprek beginnen.
Sommige vrijwilligers vinden het moeilijk om een gesprek aan te gaan. ‘Wat moet ik dan zeggen’. Toch zijn daar wel wat tips over te geven. Hier volgen wat goede startzinnen. Let op, elke situatie vraagt een andere aanpak.
Bij ontvangst
Welkom in dit [naam] ziekenhuis, mag ik u op weg helpen? klinkt al uitnodigend. Wat ook prima werkt, is om het gevoel wat mensen hebben te erkennen. Voorbeeld: iemand komt voor een operatie, je kunt dan zeggen ‘vindt u het spannend? vervolgens kun je dan weer inhaken op het antwoord.
In gesprek met de patiënt
Als het niet ernstig is, kan een beetje pesten ook geen kwaad. Bijvoorbeeld bij het eten brengen zeg je dat je het net bij het Okurahotel besteld hebt, dit tovert snel een glimlach en het ijs is gebroken. Maar het kan ook gaan over een mooie tekening of spreuk bij het bed van een (klein)kind.
Even de bloemen verzorgen, kopje koffie halen of vragen of je ze nog kunt helpen. Mensen vinden het altijd leuk als iemand opgewekt is. Een beetje plagen mag altijd. Overdrijf niet!
Een vriendelijk woord doet wonderen. Een complimentje valt meestal in goede aarde Even bij de patiënt zitten levert vaak mooie verhalen. Ze willen graag hun verhaal kwijt. Met vragen ‘lukt het thuis allemaal een beetje’ of ‘heeft u kinderen?’ krijg je al snel een heel verhaal waar je op kan inhaken. Wees vooral creatief, empathisch en vriendelijk.
Medisch advies geven, niet doen!
Begin daar nooit aan. Je zult ongetwijfeld wel eens wat horen waar je moeite mee hebt. Maar de scheidslijn is dun. Als een arts of verpleger hoort dat je dat op hun terrein komt, dan ben je snel gastvrouw af.
Hoe voorkom je dat een gesprek vastloopt?
Een probleem waar veel mensen steeds weer tegenaan lopen is dat ze GEEN geschikt onderwerp kunnen verzinnen om over te praten. Dit heeft doorgaans twee redenen:
- Het gesprek loopt vast omdat de gastvrouw geen idee heeft om het gesprek naar haar hand kan zetten.
- Het gesprek loopt vast omdat de gastvrouw de patiënt niet genoeg aanknopingspunten geeft om over te praten.
Veel mensen luisteren niet goed en dat is het probleem. Je moet LUISTEREN. Soms zijn mensen zo bezig met de vraag ‘waar moet ik over praten? Dat ze vergeten met het gesprek mee te gaan. Je kunt het ook anders aanpakken, door meerdere onderwerpen in een keer aan te pakken. Korte vragen geven korte antwoorden. Wat ook goed werkt, is om de draak met jezelf te steken. Vooral als het komisch is. Let op, wordt niet beledigend!
Gebruik je zintuigen
Als je ziet dat er een tijdschrift ligt over voetbal, dan kun je daar snel iets over zeggen. b.v. ‘Ik zie dat u van voetbal houdt, dat is nooit zo mijn ding geweest. Ik ging liever met mijn vrienden stappen of samen op vakantie. of ‘je zegt net dat je graag uit eten gaat, ga je dan naar de bistro of naar een sterren restaurant?’ Mag ik dan mee?’ Je geeft de patiënt dan veel aanknopingspunten om iets terug te zeggen. Houdt u van voetbal kan ook eenvoudig beantwoord worden met Ja of nee. Begint iemand iets te vertellen, luister dan goed en haal daar je vragen uit Of bevestig je gevoel ‘Oh wat goed zeg dat heb ik nog nooit gedaan’. De link is dan snel gelegd en het gesprek loopt.
De patiënt wil niet praten
Dring vooral niet op. Mensen die ziek zijn krijgen vaak ook veel medicatie. Medicijnen waar ze slaperig van worden. Het heeft dan geen zin om een gesprek te starten. Ook als iemand in de laatste fase van het leven is, dan kan het gebeuren dat deze niet spraakzaam meer is. Ook kunnen mensen diep in een boek of film zitten. Dan ben je de stoorzender.
Let op lichaamstaal
Mensen die niet willen praten laten dat vaak wel blijken door een open houding.Meestal zie je het ook wel. Mensen draaien zich om als je er aan komt ‘Nu Even Niet’
Wat is belangrijk
AANDACHT, AANDACHT, AANDACHT Maar dan alleen als daar behoefte aan is.
Omgaan met emotionele mensen
Daarvoor geldt wat eerder in de cursus al besproken is, met een groot verschil dat de professionals het moeten goedkeuren dat je met zo iemand in gesprek gaat. Empathisch bescheiden gastvrouwen die liefdevol optreden komen ver. Begripvol luisteren is dan nr. 1
Niet over jezelf praten?
Dat is al eerder besproken in deze cursus. Voor sommige patiënten is het fijn om te horen hoe andere er mee omgaan of zijn omgegaan. Hou het positief.